maandag 16 september 2019

Bericht van Onze Heer aan Edson Glauber

Mijn Zoon, de mensheid heeft het uiterste bereikt in haar zondige leven. Dit is de beslissende tijd van de strijd tussen de Vrouw Gekleed in de Zon en de Rode Draak. Op welke kant wil je staan? (Jesus stelde iedereen een vraag)

De mensheid is aangekomen en leeft nu in tijden van laatste beproevingen. Zalig zijn allen die niet wankelen en tot het einde trouw aan mij blijven.

Vecht, mijn zoon, vecht voor de waarheid. Wees niet bang in deze strijd. Deze strijd wordt gewonnen met de waarheid gesproken uit mijn lippen: mijn woord is waarheid en het brengt je eeuwig leven.

Jesus sprak opnieuw tot iedereen:

Om de trotseren en hoogmoedigen te verwarren en hen tot zwijgen te brengen, moet je mijn woord, dat leven en waarheid is, met moed, durf en geloof verkondigen (Handelingen 4: 13). Onthoud: als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? (Romeinen 8:31)

Wees niet bang. Laat je niet overweldigen door de vervolgingen en haat van deze wereld. (Johannes 15:18)

Jesus sprak tot mij:

Mijn zoon, vrees geen menselijke boosheid; let niet op diegene die instrumenten van Satan zijn, door hem gebruikt om je te doven, aan te vallen en pijn te doen. Hoe meer ze jou vervloeken, wensend je schande, kwaad, vernietiging en ondergang, drie keer zoveel zal ik jou zegenen en weer oprichten vol mijn licht, kracht, genade en heiligheid die uit mijn Geest komen.

Maak je geen zorgen over het gif dat ze tegen jou en dit werk verspreiden vanwege de jaloezie die hun harten heeft overweldigd, want Ik heb jou geroepen en gekozen.

Ik ben Degene die een tafel voor jou bereidt in zicht van je vijanden (Psalm 22). Ik hef jou gezalfd met mijn heilige olie, en jouw beker overlopt van geluk en genade, dat ik jou dagelijks schenk, ter liefde en eer van Mijne Heilige Naam.

Wat betreft je vijanden, zal Ik hen allen laten drinken uit de beker van hun eigen gif en jaloezie. En jij, die op een dag volhardt in dit werk en er getuige van bent, jezelf redden en allen die naar jou luisteren (1 Timoteüs 4:16), zal je één dag eeuwig wonen in Mijn eeuwige woonplaats, samen met allen die dit werk hebben ontvangen, voor altijd en eeuwig.

Ontvang mijn zegening en mijn vrede. Ik hou van jou. Dank je wel dat jij naar mij luistert! Ik zegen jou.

Terwijl ik de stem van Jezus hoorde, die me dit bericht gaf, toen ik het huis verliet, zag ik Hem met open armen, half borst in de hemel, een kroon boven Zijn rechterhand. Hij zei tot mij,

Ik zal het Amazonegebied zuiveren van zijn zonden. Wees trouw zelfs tot aan je dood, en Ik zal jou de kroning des levens geven!"(Openbaringen 2:10)