God de Vader spreekt nu vanuit een grote Vlam die Zijn Hart is.
Hij zegt: "Zielen die positief reageren op Mijn Goddelijke Voorziening komen dichter bij Me. Zij vertrouwen in mij en mijn Wil voor hen. De zielen die alleen maar in zichzelf vertrouwen, bewegen zich van me af, en ik van hen. Ik stel hun fouten toe. Ik laat ze hun vrij willen hebben, zelfs al verwonden sinvolle keuzes Mij."
"Ik wacht op de zondeboer's berouw die de deur naar mijn Barmhartigheid opent. Bij het eerste teken van droefheid over hun zonden, openen sluizen van Mijn Liefde en Barmhartigheid voor hen--eerst in Mijn Vaderlijk Hart, dan in Het Hart van Mijn Zoon. De hele Hemel begint te juichen. Als de verhardde zondeboer maar wist hoe ik op hem wacht!"
"Het vereist een begin in het hart van de zondeboer--een zaadje waarheid--om zich te openen voor berouw. Zulk waarheid kan alleen in een hart komen dat begint om nederigheid en Heilige Liefde aan te nemen. Diegene die zichzelf als nederig en heilig beschouwt, is ver van de waarheid verwijderd. Hij laat Satan hem opblazen door geestelijke trots. Hij loopt gevaar want hij omhelst niet de waarheid."
"Maar Mijn Voorziening blijft komen, zelfs tot aan de geestelijk verpeste. Want het is alleen wanneer een ziel ten slotte opent naar zijn nederige staat voor mij in antwoord op Goddelijke Voorziening, dat zijn bekeering begint. Het is mijn Voorziening die beschermt tegen de zondeboer's ontmoediging als hij eerst wakker wordt over zijn ware geestelijke toestand. Het is de genade van Mijn Voorziening die zijn hart opent voor Barmhartigheid. Zulk een ziel zal niet langer geestelijk failliet zijn, maar zal drinken uit de bron van genade die ik hem aanbied door het Hart van Maria Onbevlekt. Dit is het verhaal over hoe bekeering plaatsvindt."